top of page

PROSTAATVERGROTING

Een vergrote prostaat is een goedaardige aandoening die ontstaat bij één op twee mannen boven de 50 jaar. Hierbij neemt de prostaatklier toe in volume onder invloed van hormonale veranderingen. Een vergrote prostaat wordt ook prostaathypertrofie of benigne prostaathypertrofie (BPH) genoemd.

 

De klachten die gepaard gaan met een vergrote prostaat ontstaan via 2 mechanismen:

  • Doordat de prostaatklier toeneemt in volume, wordt het plaskanaal die dwars doorheen de prostaat loopt, als het ware dichtgeknepen. Hierdoor kunnen volgende klachten ontstaan: zwakke straal, onderbroken straal, nadruppelen, moeizaam op gang komen van de plas, …

  • Door het vernauwde plaskanaal dient de blaasspier meer kracht te leveren om de urine naar buiten te brengen, waardoor een ‘nerveuze’ blaas ontstaat: frequent opstaan ’s nachts om te plassen,  frequent plassen over dag, dringend moeten plassen, plas niet lang kunnen ophouden,…

 

Het mogelijke ‘gevaar’ bij een vergrote prostaat is dat de blaas na verloop van tijd er niet meer in slaagt alle urine naar buiten te drijven. Hierdoor blijft urine achter in de blaas, dit noemt men ‘residu-vorming’. Zonder behandeling kunnen hierdoor blaasontstekingen en nierproblemen ontstaan.

 

 

 

 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

Voor het stellen van de diagnose van een goedaardige prostaatvergroting kan de uroloog volgende onderzoeken uitvoeren:

  • Urinestaal: uitsluiten van urineweginfectie (kan gelijkaardige klachten veroorzaken)

  • Bloedafname: bepalen van PSA-waarde (eiwit dat grotendeels wordt aangemaakt en afgescheiden door de prostaat, een vergrote prostaat geeft een verhoogd PSA)

  • Straal- en residumeting: straalmeting wordt ook flowmetrie genoemd. De uroflowmeter is een instrument dat de kracht van de urinestraal meet alsook de hoeveelheid urine die wordt uitgepast. Na de straalmeting wordt met behulp van echo de hoeveel achtergebleven urine bepaald (residu).

  • Rectaal toucher:  een gehandschoende, goed gladgemaakte vinger wordt via de sluitspier in de endeldarm gebracht. Zo kan de grootte, de vorm, de stevigheid en het oppervlak van de prostaat worden beoordeeld. Dit is een kort en eenvoudig onderzoek, welke in de regel niet pijnlijk is maar wel een vervelend gevoel kan geven, omdat de sluitspier van de endeldarm gepasseerd moet worden.

  • Transrectale echografie: bij inwendige echografie via de anus en endeldarm kan de grootte van de prostaat wordt opgemeten.

 

Afhankelijk van de ernst van uw plasklachten en het resultaat van bovenstaande onderzoeken, bestaan verschillende therapeutische opties:

 

  1. MEDICATIE:

    1. Alfablokkers: bevorderen van de plasstraal, verbetering merkbaar binnen een aantal dagen

    2. 5-alfa-reductaseremmers: stoppen van prostaatgroei en verkleinen van prostaat, verbetering pas na enkele maanden

    3. Anticholinergica of beta-agonisten: verminderen de blaasprikkeling en nerveuze blaasklachten

    4. Combinatie van bovenstaande medicaties

 

  1. CHIRURGIE:

    1. TURP (transurethrale resectie van de prostaat): via een kijkinstrument doorheen de plasbuis wordt het centrale klierweefsel afgeschraapt

    2. HoLEP (holmium laser enucleatie van de prostaat): via een kijkinstrument doorheen de plasbuis wordt het centrale klierweefsel losgebrand met behulp van een laser, waarna met behulp van een tweede toestal (morcellator) dit losgemaakte klierweefsel tot kleine stukjes wordt herleid

    3. Robot-geassisteerde adenomectomie: verwijdering van het centrale prostaatweefsel

Schermafbeelding 2021-02-03 om 09.52.52.
bottom of page